Ondertussen in Krewerd
Update door Fons Verheijen
Geachte Groninger architectengemeenschap, waarde collega’s,
Het stoere besluit van de regering om op termijn de gaskraan dicht te draaien, heeft natuurlijk niet tot onmiddellijke verbetering van de veiligheid geleid. Toch is de verstevigingsoperatie stilgelegd, wachtend op nieuwe normen en een nieuwe aanpak.
Minister Wiebes stelt dat nog maar 1500 woningen in het gebied onveilig zijn. Hij baseert dit op aannames, gegevens van het kadaster en het categoriseren van typologieën van woningen. Deze aanname lijkt mij aanvechtbaar, omdat het overgrote deel van de woningen in het aardbevingsgebied bestaat uit solitaire en unieke objecten, elk met een eigen onderhoudsniveau en verbouwingsgeschiedenis.
Ernstiger is nog dat de overheid zegt deze 1500 woningen efficiënt en met standaardoplossingen te willen versterken. Weer lijkt de zeggenschap van de bewoner en de noodzakelijke inzet van architecten niet in het vocabulaire opgenomen. We zullen hier als beroepsgroep en belangenbehartigers van bewoners alert op moeten zijn. Wellicht moeten we zelfs militant reageren.
Door deze besluiten kon in Krewerd nog niet worden begonnen om bewoners en architecten te koppelen. Om het enthousiasme en de betrokkenheid van de bewoners niet te beschadigen, zijn we wel begonnen met het samen maken van een dorpsplan. Als begeleiders van dat dorpsplan zijn Sacha Schram (stedenbouw en landschap), Karin Peeters (sociologie en antropologie), Marieke van der Heide (culturele historie) en Pieter Brink (energietransitie) aan het werk gegaan.
De sociologische studie en de inventarisaties van de stedenbouwkundige, landschappelijke, historische en energie-technische situatie zijn inmiddels gereed. De volgende fase, het maken van keuzes en daarmee het afronden van het dorpsplan, kan pas aanvangen als we weten hoe de versterkingsoperatie zal worden voortgezet.
Het voordeel van het aanwijzen van Krewerd als experiment is in ieder geval dat het dorp door de NCG ‘naar voren is getrokken’ wat betreft de inspecties van de huizen. Daar is men nu mee bezig.
Uitsluitend de inspecties worden gedaan; de constructieve beoordeling (en de in de voor het Experiment Krewerd kenmerkende inzet van architecten) wordt pas opgepakt als de nieuwe normen bekend zijn. Dit is temeer een voordeel omdat we straks van alle woningen in Krewerd zullen weten of ze al dan niet veilig zijn. We zijn dan niet afhankelijk van het, mijns inziens, arbitraire aantal van 1500 onveilige woningen.
Wordt vervolgd,
Fons Verheijen